Ik maakte de opmerking dat ik al eerder in het Huis van Bewaring was geweest namelijk op 5 mei 1944. Een dag voor mijn 6e verjaardag mocht ik met mijn moeder op bezoek bij mijn vader die daar toen wegens illegale activiteiten gevangen zat. Mijn vader, Atze Oosterhoff, gemeente secretaris van Wonseradeel te Witmarsum. Ik herinner mij de zaal met een stuk of tien tafeltjes waar gevangenen en bezoekers aan mochten zitten. Ik herinner mij niets meer van bewakers, de toegangspoorten enzovoort. Wel dat ik voor mijn verjaardag dáár in het HvB een boekje kreeg. Ik heb het nog steeds!
Vader had als gemeente secretaris van Wonseradeel toegang tot de gegevens van het bevolkingsregister en hij kon goed samenwerken met het hoofd van de afdeling bevolking, Piet Brüne. Er was een geraffineerd systeem ontwikkeld om fictieve personen in het persoonsregister op te nemen en zodoende konden er voor onderduikers, geallieerde piloten, Joden enzovoort bonkaarten worden vervaardigd. Dit gebeurde “onder de neus” van de NSB burgemeester die niets in de gaten had. In een schaduwboekhouding werd precies bijgehouden welke administratieve trucs waren gebruikt zodat na de bezetting alles keurig koon worden teruggezet maar de werkelijke situatie. Ook in de omliggende gemeentes als Bolsward en Hennaarderadeel( Wommels) waren dezelfde methodes ontwikkeld. Er was een zekere kring van gemeente secretarissen die de methodes aan elkaar doorgaven en er zodoende een vrij sluitend systeem was ontwikkeld. Dat ging een behoorlijke tijd goed, daardoor werden sommige van deze ondergrondse werkers misschien wat slordig omdat ze dachten dat het altijd wel goed zou blijven gaan. Dat was dus niet zo. Waarschijnlijk door loslippigheid van iemand kwam een verrader op hun spoor en werd de organisatie ( voor een deel) opgerold.
Op 31 maart werd vader gearresteerd en naar het HvB gebracht. Gevangene nummer B 670 Cel 29. De inschrijving hebben wij nog gezien in het “gastenboek” dat nu bij Tresoar ligt. Verhoren, nog meer verhoren. Daar schreef hij voor het eerst wat notities en een enkel gedicht. Op 5 mei, de dag voor mijn verjaardag mocht ik met mijn moeder op bezoek. Afgesproken was dat de kinderen (7 in getal!) om de beurt met moeder mee mochten, de jongste eerst. De andere kinderen zijn niet geweest omdat vader op 10 mei werd overgeplaatst naar het beruchte kamp Amersfoort. Er volgde een veroordeling en op 1 juli werd Atze overgebracht naar een Duits strafkamp. En nog eens naar een ander kamp en daarna nog een paar keer omdat inmiddels de Amerikanen oprukten. Op 30 maart 1945 bevrijd door Amerikanen.
Een moeilijke terugreis naar Witmarsum: alle bruggen waren vernield vervoer was er niet/nauwelijks. Hij heeft van al die gebeurtenissen een nauwkeurig verslag bijgehouden: hij was immers ambtenaar en gewend om alles nauwgezet in verslagen bij te houden. Zijn initialen AO stonden ook voor “Alles Ordelijk” zijn persoonlijk motto. Ook heeft hij een paar tekeningen gemaakt waaronder van cel 29. Zijn notities heeft hij in 1979 uitgewerkt in een boekje dat in eigen beheer werd uitgegeven. De originele aantekeningen op allerlei papiertjes waaronder toiletpapier heeft hij toen jammer genoeg weggedaan.
Tekst Willem Oosterhoff.
Op 11 mei 2022 overhandigd Willem Oosterhoff namens de familie het boek INGEREKEND, MAAR NIET UITGETELD! geschreven door Atze Oosterhoff aan Museum Blokhuispoort. Het boekje was in bezit van een familielid dat in Canada woont en zij hebben het boekje gedoneerd aan de bibliotheek van Museum Blokhuispoort. Het was een bijzonder ontmoeting in het cellenblok van DeBlokhuisPoort. Na een korte rondleiding werd er bij het herdenkingspaneel 40-45 een tekst voorgelezen uit het boekje. Na het bezoeken van een cel werd er even stil gestaan bij de cel waar Atze Oosterhof twee maanden heeft gezeten. In de oude directeurskamer van de Bijzondere Strafgevangenis heeft de familie nog kunnen napraten en rond vier uur heeft de familie DeBlokhuisPoort weer verlaten met een bijzondere ervaring rijker.
Lieve familie, Geachte medewerkers van het bestuur van Museum Blokhuispoort. Meneer Willem Helfrich voorzitter mevrouw Syvia Beers, secretaris en meneer Harry Nicolai rondleider. Hartelijk dank voor de gelegenheid die wij hier vanmiddag krijgen om het boekje “Ingerekend maar niet uitgeteld” aan u te mogen overdragen zodat de herinneringen van Atze Oosterhoff voor iedereen die dit museum bezoekt levend blijft.
Op 31 maart 1944 sloegen de deuren van het Huis van Bewaring dicht achter Atze Oosterhoff. Vandaag 11 mei 2022 staan diezelfde deuren wijd open zodat wij, kinderen en kleinkinderen van Atze Oosterhoff er vrij IN kunnen lopen. EN in alle vrijheid er ook weer UIT kunnen lopen! Een gedenkwaardige gebeurtenis. Voor velen van ons is het de eerste keer dat zij in dit oude gevangeniscomplex zijn. Voor mij persoonlijk geldt dat ik hier 77 jaar geleden óók al op bezoek mocht komen. Eén dag voor mijn zesde verjaardag op 5 mei 1944 was ik hier samen met mijn moeder op bezoek bij vader Oosterhoff. Dit bezoek van 77 jaar geleden kwam dit voorjaar ter sprake toen Christien en ik met de kleinzoons Max en Floris hier waren voor een rondleiding. Door rondleider Harry Nicolai was heel belangstellend en hij vroeg heel voorzichtig of het misschien mogelijk was een exemplaar van het betreffende boekje te mogen gebruiken voor de website en voor de vaste collectie van het museum. En zo kwam het balletje aan het rollen. Ik was dus in 1944 samen met Moe bij Va op bezoek in de gevangenis in Leeuwarden. Va en Moe, zo noemden wij onze ouders. Het verschil tussen de strafgevangenis en het Huis van Bewaring kende ik niet. Van dit bezoek weet ik alleen nog dat we in een grote zaal met 20-30 mensen waren aan tafeltjes zaten en dat de bewakers eigenlijk heel gewone mensen waren. Vriendelijk zelfs! Bij die gelegenheid (de volgende dag was ik immers jarig) kreeg ik dit boek, het ligt wat uit elkaar maar ik bewaar het zorgvuldig. Ik vond het bezoek spannend: Ik was in de gevangenis geweest! En waarom zat Va daar? Ik was nog te jong om daar iets van te weten, of daar iets van te begrijpen. Ik wist alleen dat Vader in de gevangenis zat en dat ik samen met Moe op bezoek mocht. Later, veel later kregen we wél meer informatie., maar zoals in veel verhalen over die oorlogstijd maar mondjesmaat. Dat was de tijd van de wederopbouw, van de tijd dat alles beter zou gaan en dat we niet te veel bij de verschrikkingen van 1940-1945 moesten blijven stilstaan. Later toen hij al met pensioen was, heeft Vader dit boekje geschreven op basis van de aantekeningen die hij zorgvuldig op kleine stukjes papier met een potloodje had bijgehouden. Zijn initialen A.O, stonden altijd al voor Alles Ordelijk. En de aantekeningen waren ook ordelijk genoteerd. Maar waarom was hij gearresteerd? Ook in het boekje dat vanaf vandaag deel gaat uitmaken van de vaste collectie van dit Museum staat niet zoveel over de aanloop van de arrestatie en latere veroordeling. Het waren verzetsdaden. Niet al te groot, niet spectaculair, er werden geen wapens gebruikt, er was geen sprake van geweld, maar wel daden van verzet die een verschil maakten. Administratieve handelingen, vervalsingen, die het leven van mensen mogelijk maakten op wie door de bezetter jacht werd gemaakt. Door een groep van gemeentesecretarissen was een geraffineerd systeem ontwikkeld waarbij fictieve personen aan het register van de burgerlijke stand werden toegevoegd. Voor deze niet bestaande inwoners, of niet meer bestaande, overleden inwoners konden dan wél de documenten worden aangemaakt die nodig waren voor het systeem van voedseldistributie. Dit alles werd met grote zorgvuldigheid uitgevoerd want het moest niet zo veel zijn dat het ging opvallen. De ambtenaren hielden ook nog eens heel secuur bij welke “illegale” handelingen zij hadden gedaan zodat na de bezetting alles keurig kon worden teruggezet naar de werkelijke situatie. Een knap staaltje list en bedrog voor de goede zaak. Nota bene onder de neus van de NSB-burgemeester. Er wordt wel eens beweerd dat in de bezettingstijd de ambtenaren vooral alles nauwgezet uitvoerden wat door de bezetter was bevolen maar dat beeld klopt dus niet over de hele linie. Er waren genoeg ambtenaren die zich inspanden voor het verzet. Meestal niet met macht en geweld. Maar wel op een heel effectieve manier werden bevelen van de Duitse bezetter waar mogelijk gedwarsboomd. Was dat dan zonder gevaar? Nou nee, als je werd verraden en opgepakt kon je in de gevangenis of erger terechtkomen, ook al was het voor een betrekkelijk klein vergrijp. En het gebeurde regelmatig dat mensen die vastzaten voor “kleine vergrijpen ”en nog niet eens waren veroordeeld als represaille voor een vuurpeloton werden gezet. Nee het was beslist niet zonder gevaar. En toch deden zij het. Doen wat je nodig vindt, doen wat je geweten je zegt te doen. Aan de goede kant van de geschiedenis staan. Je verzetten tegen onrecht, tegen wetteloosheid, je verzetten tegen de macht van de sterkste. Met het risico dat je daarvoor een hoge prijs zou moeten betalen, dat je óók slachtoffer wordt van de rechteloosheid. Met een diep besef van wat recht is en wat onrecht is. Een diepe overtuiging dat je niet stil moet blijven zitten als het recht om je heen wordt verkracht. Dat heeft de groep ambtenaren in Witmarsum, Bolsward, Wommels en andere plaatsen gedreven. Doen wat je moet doen met de middelen die je hebt. Toen uiteindelijk de groep werd verraden en voor een groot deel werd opgepakt hebben die mannen dat ook aanvaard als een bijna onvermijdelijkheid in het vertrouwen dat ze aan de goede kant hadden gestaan en dat het hoe dan ook met hen goed zou komen. Bij velen van hen was dat ook een logisch gevolg van een vast geloof in God die uiteindelijk recht zal spreken. Ik heb wel eens gedacht bij het lezen dat “Ingerekend maar niet uitgeteld” dat het vooral een opsomming was van feitelijke gebeurtenissen, zonder dat de emoties werden genoemd. Uit de gedichten die toen ook zijn ontstaan komt wél een andere toon naar boven. Natuurlijk heeft Atze in de rats gezeten over wat er met zijn gezin zou gebeuren, met zijn vrouw en de zeven kinderen waar hij hij als gezinsman zo aan gehecht was. Als hij in een gedicht beschrijft hoe hij kinderen hoort spelen aan de andere kant van de muur heeft hij natuurlijk gedacht aan zijn 7 kinderen tussen de 6 en de 15 jaar. Natuurlijk was hij bezorgd over zijn eigen moeder, onze Beppe die bij ons in huis woonde. Natuurlijk wist hij van de willekeur waarmee gevangenen werden aangewezen als gijzelaar en die zonder proces werden geëxecuteerd als vergelding voor verzetsdaden door anderen gepleegd. Hoe het verder ging en hoe de groep op één na allen is teruggekomen daarover gaat het verhaal in “Ingerekend maar niet uitgeteld”
En zijn wij er heel blij mee dat Museum Het Blokhuispoort deze “kleine geschiedenis” blijvend in de herinnering wil houden, door het op te nemen in de vaste collectie en het een vaste plek wil geven op de website van de Blokhuispoort. Dank daarvoor! Deze daden van verzet willen wij niet vergeten, deze moedige houding willen wij in ere houden.
Doen wat je moet doen. Je geweten volgen. Dat deden de mensen van deze verzetsgroep, en dankzij hun verzet en het verzet van zoveel anderen kunnen wij nu in vrijheid leven.
Vrijheid voor iedereen om te zijn wie je bent! Lang leve de vrijheid! Willem Oosterhoff.
Aan onze kinderen en kleinkinderen
Toen mijn overgrootvader terugkeerde van de tiendaagse veldtocht in 1831, nam hij als herinnering mee een bronzen kruis, waarop de woorden: ,, Voor moed, beleid en trouw". Bewaren wij het niet als een kleinood van
ervaring uit een tijd van spanning en strijd? Nog, als onze vingers langs het draaglint glijden, spreekt het ons van de emoties, die de krijgstocht meebracht - en van de blijde thuiskomst na korte afwezigheid. Bij mijn terugkeer uit veertien maanden gevangenschap, nam ik als herinnering mee een kruis van ontbering en ontmoediging (de dwarsbalk) maar ook van hoop en behoud (het rechte hout!)
Laten we het bewaren als een kleinood van beleving, uit een tijd van spanning en strijd. Nog, als onze vingers door de grijzende lokken glijden, spreken we over de dagen "Toen Vader weg was" . . . . ,, Vertel nog eens van de gevangenschap,'' vroegen de jongsten ... Welnu dan, luister.