Hûnegat


Veel kerktorens in Friesland beschikten over een primitieve cel, die hûnegat (hondengat) werd genoemd. Oude Raadhuizen hadden vaak een bordes dat werd gebruikt voor openbare afkondigingen. Onder het bordes van een burcht of stadhuis was meestal het ”hûnegat”, hier sloot eertijds de veldwachter zijn arrestanten op.


Anjum hûnegat  

In Anjum, staat de Michaëlkerk en via de consistorie komt men onder de toren waar het gevreesde hûnegat is ingebouwd. Het "Hounegât" Zoals inmiddels bekend is zijn de zijruimten naast de toren vroeger geopend geweest naar het schip van de kerk. Over de noordelijke zijruimte is een bakstenen tongewelf geslagen. In 1708 is hiervan een gesloten ruimte gemaakt, het ons welbekende "Hounegât". In deze periode was de kerk meer een gemeenschapsruimte dan een gebouw dat eens per week werd gebruikt. Soms werd er gehandeld maar ook verkiezingen en andere vergaderingen werden in de kerk gehouden. Ook kon je overdag de kerk gewoon binnenlopen om b.v. een praatje te maken of iets te drinken. Eén en ander bracht met zich mee dat er ook wel honden meekwamen. Om die last te verlichten werd onder de toren een hondenhok gemaakt. De "hounegiseler" joeg de loslopende honden bij elkaar en duwde ze dan achter slot en grendel onder de toren. De legende vertelt dat een hounegiseler zich meestal liet begraven onder zijn hondenhok. Later moeten we "Hond" meer zien in de betekenis van misdadiger. Landlopers, dronkaards, oproerkraaiers en vechtersbazen etc. werden vaak in deze ruimte opgesloten. Vooral in de Franse tijd schijnt men hier veelvuldig gebruik van gemaakt te hebben. Deze primitieve cel is nog in zijn geheel aanwezig met de oorspronkelijke, met ijzer beslagen zware deur, waarin een getralied klein venstertje. In het Procuratieboek van Oostdongeradeel (1697-1759) staat over de bouw van deze cel het volgende te lezen: "De Heer Pierines Lyclama à Nijeholt, secretaris van de grietenije Oostdongeradeel heeft als ontvanger van de Feitemazathe op 12 augustus 1708 aan Dirx Tierds, timmerman te Anjum voor het maken van het honnegat betaald 14 Car. glds en 6 stuivers. Aan Here Clases, smidt te Anjum voor geleverd ijzerwerk 11 Car. glds en 16 stuivers."  Michaëlkerk 

 

Appelscha cachot

Rond 1900 werd er van rijkswege een onderzoek gelast naar de inrichting van de z.g. bewaarplaatsen. In de dorpen werden hiermee bedoeld de cachotten onder kerktorens, waar vooral dronken en zich misdragende mensen (tijdelijk) werden opgesloten. De conclusie van het onderzoek was, dat de bewaarplaatsen niet meer aan de nieuwe voorschriften voldeden. Ambtelijke molens maalden toen ook al zeer langzaam, want pas in 1921 werd een bouwopdracht verstrekt aan Gebr. v.d.Zee te Oosterwolde. Het behelsde het bouwen van twee cellen, één voor een mannelijke en één voor een vrouwelijk gevangene. De toenmalige veldwachter vond de plaats achter het reeds bestaande brandspuithokje de meest geschikte locatie. Thans is het gebouwtje in het bezit van de Historische Vereniging Appelscha en deze vereniging heeft het door middel van subsidies laten restaureren. Voor zover bekend is dit het enige exemplaar van een bewaarplaats die in Friesland bewaard is gebleven. Adres van het cachot is: Vaart ZZ 89 te Appelscha 

 

Bolsward gevangenis

Het stadhuis verrees in 1614-1617 ter vervanging van een voorganger uit 1474. Het is gebouwd in de stijl van het Fries maniërisme en heeft een achtkante toren met een beiaard. In het souterrain bevond zich ook de waag, waardoor het één van de Waaggebouwen in Friesland was die in een stadhuis was ondergebracht. Er hangt nog een grote weegschaal. De gevangenpoort leidde naar de gevangenis boven in het gebouw. 

 

Buitenpost hûnegat

Buitenpost heeft ooit een Huis van Bewaring gehad, een cel onder in de kerktoren. Dat was vroeger de gebruikelijke plaats om verdachten op te sluiten. “Iemand onder de toren zetten” betekende toen hetzelfde als een nachtje in de cel doorbrengen op het politiebureau nu. Veel kerktorens beschikten over zo'n primitieve cel, die hûnegat (hondengat) werd genoemd. In Buitenpost kreeg het hûnegat in het midden van de 19de eeuw de status van Huis van Bewaring. Het was daarmee een deftig hûnegat. Mariakerk 

 

Ee hûnegat

In een kerkje van Ee is ook een "hûnegat". Dit is de ruimte onder de toren waar je in geval van een kleine overtreding je straf moest uitzitten. De houten wanden staan vol met handtekeningen die dateren uit de 19e en 20e eeuw. Sint-Gangulfuskerk 

 

Harlingen gevangenis

Onmiddelijk achter het stadhuis heeft men de Stadswaag, in de Raadhuisstraat, mede omstreeks het jaar 1730 gebouwd, waarvan een gedeelte thans gebruikt is tot eene Gevangenis ingerigt. Aan de westzijde heeft dit gebouw twee ingangen, door eenen van welken men in de waag, en door den anderen in de voormalige armenkamer gaat. Op de tweede verdieping van dit gebouw, is de Kamer der policiewacht en eene Gevangenkamer, waarachter de Krijgsraadkamer gevonden wordt. In de Waag zelve oefenen de schutters zich des winters in den wapenhandel, terwijl zij dit zomers buiten de stad doen. Het huis Leeuwenburg, op het Havenplein, tot op den meergemelden brand, den heeren van de Admiraliteit tot een intrek gediend hebbende, strekte hun later tot eene vergaderplaats, en werd daarom het Zeekantoor genoemd, thans behoort dit gebouw aan de stad, en wordt gedeeltelijk gebruikt tot eene School voor de Zeevaartkunde, deels tot eene naai- en breischool. Ook zijn de Leesbibliotheek, ten dienste van de mindere klasse, en de Spaarbank, beide opgerigt door het Departement der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, aldaar gevestigd. Het 's Landsgeweldige- of Gevangenhuis, mede tot de Admiraliteit behoord hebbende, dat van oude Friesche bouworde, en met zijne tuinen belendende aan het Magazijn was, is in het jaar 1827 gesloopt, en door eene particuliere woning zijnde een koffijhuis, vervangen. Kleinekerkstraat.nl  

 

Heeg hûnegat

Heeg, Haghakerk, Tsjerkebuorren 2 In de 12e eeuw stond er op de plaats van Haghakerk al een kerkgebouw dat aan de Heilige Christophorus was gewijd. In 1840 kreeg de kerk haar huidige aanzien. In de kerk bevindt zich een fraaie 17e eeuwse kansel met bijbehorend doophek waarop twee doopbogen zijn geplaatst en een lezenaar uit 1821 met adelaar. De toren met spits heeft een luidklok uit 1615. In 1860 bouwde L. van Dam uit Leeuwarden het orgel. Helemaal voorin in de kerk, is een cachot “it hûnegat”. Vroeger werd hierin het geboefte opgesloten. Haghakerk 

 

Hindeloopen cachot

Oude stadhuis (Hindeloopen) Voor 1919 was het stadhuis van de voormalige gemeente Hindeloopen gevestigd in een tweebeukig pand aan de Dijkweg 3. Het pand dateert uit 1682 of 1683.[1] In 1823 werd de ingang van het pand verplaatst naar de oostelijke zijde. De omlijste ingang bevindt zich boven het bordes. Hier weer boven staat, op een timpaan, het beeld van Vrouwe Justitia. In het souterrain bevindt zich een cachot. Na het opgaan van de gemeente Hindeloopen in de nieuwe gemeente Nijefurd in 1984 werd het stadhuis overbodig. Ook dit voormalige stadhuis is erkend als rijksmonument.  Wikipedia 

 

Holwerd hûnegat

De Sint-Willibrorduskerk is een monumentale kerk in Holwerd. De toren is ouder dan de kerk en werd waarschijnlijk in het begin van de 17e eeuw gebouwd. In 1661 werd het zadeldak van de toren vervangen door een torenspits. De toren deed tevens dienst als vuurbaak voor de schepen op de Waddenzee. Onderin de toren was een gevangenis. Ook bevond zich bij de toren een tolhek voor het veer naar Ameland.  Sint-Willibrorduskerk 

 

Joure hûnegat

Hobbe van Baerdt Tsjerke. De toren is ouder en dateert uit 1628 (eerste steen gelegd op 8 augustus door Hobbe van Baerdt). In de toren van drie geledingen bevond zich een raadkamer en gevangenis. (hûnegat) De kerk is vernoemd naar Hobbe van Baerdt, grietman van Haskerland in de periode 1615-1650. Op de fronton boven de ingangspoort staat De heer Gritman Hobbe van Baerdt 1644. In dit jaar werd door hem op 18 maart de eerste steen gelegd voor de tweebeukige (schip en zijbeuk) kerk ter vervanging van een kerk uit de 16e eeuw. In 1939 werd de kerk door brand verwoest. De herbouw duurde vanwege de Tweede Wereldoorlog tot 1947. Hobbe van Baerdt Tsjerke 

 

Makkinga chachot

De kerk is gebouwd in 1775. Jan Driks en Jan Pyters waren in die tijd kerkvoogden zoals bij de ingang van het gebouw op een steen staat. De toren is later aangebracht. Onder in de toren bevindt zich nog een cachot.  Bonifatiuskerk 

 

Minnertsga hûnegat

1505 In Minnertsga combineren ze het spirituele met het nuttige als men op 23 mei 1505 begint met de bouw van de robuuste meer dan 40 meter hoge gevangenistoren naast de parochiekerk. De in de muur van de toren gebouwde cel geniet al snel faam als martelkerker. Minnertsga is het oostelijkste dorp op de strandwal van de "Bjirmen" (van Wijnaldum tot Minnertsga); een gebied met zeer oude bewoning. Vanwege de landschappelijke schoonheid wordt het gebied "het Umbrië van Friesland" genoemd. De geschiedenis van het dorp is dus veel ouder dan de rest van de gemeente het Bildt, waar Minnertsga pas sinds 1984 deel van uit maakt. In de vroege Middeleeuwen was het een eiland. De monniken van het Lidlumer klooster zorgden voor de bedijking. De naam Minnertsga komt in 1168 voor het eerst in de boeken voor als bisschop Godefried van Utrecht voor als hij de helft van de kerkelijke goederen, inclusief de omstreeks 1120 gebouwde parochiekerk van "Minnersghae" schenkt aan frater Eilwerd van Ludingakerke. Als je Minnertsga nadert zie je van verre de kerk met zijn robuuste toren, die qua grootte en ouderdom zijn gelijke in de omgeving niet kent. De tegenwoordige kerk werd omstreeks 1450 gebouwd. Met de bouw van de robuste meer dan 40 meter hoge toren is men begonnen op 23 mei 1505, zoals te lezen staat op de rode Bremer dorpelsteen, die links van de ingang in de toren is ingemetseld. In de wanden van de toren komen oude deurtjes voor. De ene geeft toegang tot de torentrap. De andere deur in de toren geeft toegang tot het z.g. "hunegat" (hondegat), een cel die geheel in de 2,65 meter dikke muur is uitgespaard. Hier werden de Minnertsgaaster misdadigers opgesloten om te worden afgeranseld met zogenaamde 'keallepoaten' (kalverpoten), lederen knuppels. Keallepoaten werd ook de bijnaam voor de inwoners.De toren had bij de bouw een hoge spits die in 1552 getroffen werd door de bliksem en te pletter viel. In de westzijde van de toren staat het jaartal 1818. Dit geeft niet het bouwjaar van de toren aan, maar de restauratie van het zadeldak. De door de protestanten geconfisqueerde kerk staat een meter hoger, doch is niet op een terp maar op aarde uit de gracht rondom de kerk. Deze gracht liep door tot bij de gracht van de boerderij Groot Hermana, waar in vroege tijden het slot van het steenrijke geslacht Hermana stond. Bij de brand van 3 juni 1947 werd de kerk met de massieve toren bijna verwoest, maar in 1955 stond de kerk er toch weer bij, zoals hij er nu ook nog uitziet. De oude grafstenen die voor het koor liggen komen uit de gesloopte Galieërkerk te Leeuwarden. Zo zijn er vele kerken met een 'hûnegat', een kleine ruimte waar mensen tijdelijk in werden opgesloten.  Meinardskerk 

 

Oosterbierum hûnegat

In Oosterbierum onder in de toren is een kleine gevangenis gemetseld, in de volksmond 'hûnegat' (het hondengat) genaamd. Sint Joriskerk 

 

Sloten cachot

De huidige waterpoorten dateren van 1768 (Sneker of Woudsenderpoort) en 1821 (Lemsterpoort). Bij de laatst genoemde poort, op het bastion, prijkt de in 1755 gebouwde korenmolen. Hier stond ook al in de Middeleeuwen een molen. In de poort is ook een kleine gevangenis. Bij de ingang van het chacot staat een schandpaal die herinnert aan de Spaanse aanval.  sloten.nl 

 

Sneek cachot  

De Noorderpoort is een voormalige stadspoort van Sneek. De poort is gebouwd rond 1493 als onderdeel van de Vestingwerken van Sneek en was gelegen aan de Bolswarderweg en vormde de ingang van de stad vanuit de richting Bolsward. Aan beide zijden van de poort stonden torens met aan de westzijde een stenen trap. In de toren werd het stadsbuskruit en munitie bewaard, later deed het gebouw dienst als gevangenis. In 1770 werd het gebouw verfraaid met het Wapen van Sneek en twee uitgesneden vazen. Buiten de poort was een zogenaamde paardenwed. Voor de verdediging was de poort op een gegeven moment niet meer nodig en de ruimte was nodig voor de verbreding van de Bolswarderweg. Hierop is de Noorderpoort in 1843 gesloopt. 

 

Workum cel

Stadhuis: Op de zolder bevindt zich nog een zeldzame merkwaardigheid, de voormalige cel, compleet met bijbehorende ketenen en blokken. Ook in de waag was voorheen een cel van het politiebureau. Maar die was uit de jaren ‘20 en zat er ongeveer tot 1974. Voor een van de ramen zitten nog tralies. warkumserfskip.nl