Gevangen in Sneek


In 1746 werd te Sneek een Spinhuis gebouwd. Het heeft niet lang dienstgedaan en werd, na geruime tijd te hebben leeggestaan, tot exersitieplaats voor de stedelijke schutterij bestemd. En zo had Sneek, evenmin als Heerenveen, in 1798 een gevangenis. In die toestand kwam verandering in 1811, toen de prefekt besloot dat de Kleine Kerk tot Huis van Arrest verbouwd moest worden. Dit gesticht heeft dienstgedaan tot 1842. In dat jaar werd een nieuwe gevangenis gebouwd aan de Kleine Kerkstraat. In 1891 brandde de gevangenis gedeeltelijk uit, nadat een gedetineerde zijn strozak in brand had gestoken. De gevangenen wier cellen door het vuur getroffen waren werden gedurende de tijd van de herbouw in Leeuwarden ondergebracht. Tussen 1811 en 1887 waren in Sneek gevestigd:

  • Een Huis van Arrest; een Huis van Bewaring "oude stijl"
  • Een Huis van Korrektie.

De gevangenissen in Sneek werden met ingang van l juli 1922 opgeheven.

 

De Cellulaire Gevangenis

Sneek De Cellulaire Gevangenis, ook wel: Huis van Bewaring, Gevangenhuis, Cellulaire Gevangenis Anno 1841, is de voormalige stadsgevangenis van de stad Sneek. Het gebouw, aan de Kleine Kerkstraat, is gebouwd in de periode 1838-1841 en is nog altijd een markant gebouw in de binnenstad van Sneek. De gevangenis is in 1841 in gebruik genomen na opdracht tot bouw door de Friese Waterstaat. Mogelijk was Isaac Warnsinck een van de betrokken architecten. In der tijd bestond in Sneek nog een gevangenis, namelijk het Huis van Bewaring. Aan de rechterzijde van het pand bevond zich het voormalige politiebureau, daarnaast staat het Kantongerecht. Alle nog bestaande gevangenissen in Sneek, het Huis van Bewaring en de Cellulaire Gevangenis, werden in 1922 opgeheven en gesloten. Hierna heeft het pand tussen 1946-1951 nog wel dienstgedaan als interneringskamp voor collaborateurs. Sindsdien is het gebouw voor verschillende doeleinden gebruikt. Tegenwoordig is in het pand een uitgaanscentrum gevestigd, dat bestaat uit verschillende cafetaria's en een discotheek genaamd Club 1841. Locatie Kleine Kerkstraat, Sneek 


Overval Politie Bureau

 

Overvallen in 1945 op het politiebureau. 

De goed gelukte overval op de gevangenis te Leeuwarden is mede dankzij de film die hierover is gemaakt, wel de meest bekende overval van de Tweede Wereldoorlog. In Sneek zijn ook twee goed gelukte overvallen gepleegd, waarbij in totaal 28 gevangenen werden bevrijd.

 

Bontje 

Bij de overvallen speelde de politieman en latere rechercheur Dick J. Brouwer een grote rol. In het verzet was hij bekend onder zijn schuilnaam Bontje. Hij was in het verzet terecht gekomen via de groep Lever. Jarenlang leidde hij een dubbelleven: enerzijds was hij een correcte politieman, anderzijds een illegale werker. Brouwer werkte op het politiebureau te Sneek, gevestigd aan het Martiniplein. Dit bureau werd gedurende de laatste oorlogsmaanden door de bezetter gebruikt om ondergrondse werkers en onderduikers voorlopig op te sluiten. Verschillende keren hebben verzetsgroepen hieruit gearresteerde medestrijders bevrijd en weten te behoeden voor een wisse dood. De koelbloedige en slimme 'Bontje' was hierbij onmisbaar. Hij moest omzichtig te werk gaan, want vanaf 23 december 1944 was een groep van vijftien man van de Duitse Sicherheits Polizei op 'zijn' bureau te Sneek gestationeerd. 

 

Wat vooraf ging 

Bij de eerste overval werden twintig arrestanten uit het politiebureau bevrijd. Ze hadden opgepakt kunnen worden doordat met de arrestatie van twee topfiguren uit het verzet, op 3 februari 1945 in Tjerkwerd, de administratie van de Binnenlandse Strijdkrachten in Duitse handen was gevallen. Als gevolg hiervan werden tientallen verzetsmensen gearresteerd, gedood of opgesloten. Velen van hen werden naar het bureau in Sneek gebracht. Het bureau in Sneek was eigenlijk te klein om zoveel mensen te bergen. Het was duidelijk dat binnen niet al te lange tijd een aantal arrestanten naar elders zou worden overgebracht. Daarom was het noodzakelijk snel tot handelen over te gaan. Op zondag 11 februari beraamden de KP-ers (leden van een zogeheten Knokploeg) Haitze Wiersma (Schuilnaam Wytze), Chris Hofing (Arie), Gerard Reeskamp (Harry), J.G. Visser (Jelle), Gerben Oppewal (Gerard), Dick Brouwer (Bontje), Berend Hento, Johannes Kingma, Jan Dijkstra, Doede Boomsma, Piet(er) Hofing ("Herman") en Piet Bekkema een bevrijdingsactie. Ze besloten een insluitingslist te gebruiken en gingen nog diezelfde avond tot actie over. De KP-ers - van wie een aantal ook mee had gedaan aan de overval op de gevangenis te Leeuwarden - verzamelden zich in de Rijks HBS aan de Westersingel. Om represailles te voorkomen zou slechts in uiterste noodzaak geschoten mogen worden. 

 

De overval van 11 februari 1945 

Dick Brouwer begon om 22.00 uur aan zijn dienst. In het politiebureau trof hij vier nazi's aan die door de gangen patrouilleerden. Verder was er een SD-commandant die al gauw naar een kamertje boven in het bureau vertrok en daar in slaap viel. In het wachtlokaal beneden zaten drie landwachters, van wie er twee eveneens indommelden. De derde bleef wakker. Tenslotte was er nog een Sneker politie-agent, die door Brouwer werd gewaarschuwd, dat er wel eens iets zou kunnen gaan gebeuren. In het wachtlokaal verstreken de uren zonder dat Brouwer iets kon uitrichten. Maar om kwart over vier 's morgens zag hij zijn kans. Toen de wakker gebleven landwachter naar boven ging om de SD-er te wekken, snelde Brouwer naar de garage en zette de deur op een kier. Voordat de SD-er beneden was, zat Brouwer al weer achter zijn typemachine. Vanaf dat moment was het wachten tot de overvalploeg op het afgesproken tijdstip naar binnen zou sluipen. 

 

Bevrijding zonder kogels 

Om vijf uur 's morgens klinkt het dan plotseling 'handen omhoog'. De groep overvallers dringt het politiebureau binnen. Onder dreiging van een pistool wordt de bewaker uit het kamertje boven gehaald. Samen met de andere landwachters, de SD-er, de politieman en Brouwer, wordt hij opgesloten in een cel. De arrestanten worden bevrijd. Ze moeten op kousevoeten naar buiten sluipen. De bevrijders hebben sokken om hun schoenen gedaan. Geruisloos rennen ze van het Martiniplein naar de Westersingel. Daar heeft conciërge K. Bijlsma in de HBS een schuilplaats gereed gemaakt. Om te voorkomen dat de Duitsers met speurhonden het spoor naar de schuilplaats konden volgen, werd peper op de straat gestrooid. In het politiebureau lukt het Brouwer de verdenking voor betrokkenheid bij de overval op een van de landwachters te laten vallen. Ook voor hem loopt de overval goed af. De bevrijdingsactie was verlopen zonder dat er een schot werd gelost en zonder dat er doden of gewonden vielen. De heer Wijbe Boomsma uit Lelystad was zo vriendelijk op 9 mei 2005 een aanvulling te geven op de leden van de knokploeg. Hij wist ook te vertellen dat de heer Dijkstra later in de oorlog dodelijk getroffen is door Duitse kogels bij een poging te ontsnappen aan gevangenneming op de scheepswerf 'de Helling' van Dirk Boomsma aan de Oude Oppenhuizerweg te Sneek. 

 

Tweede overval 

De tweede overval op het politiebureau van Sneek vond plaats op 7 maart 1945. Bij deze overval werd dezelfde tactiek toegepast als bij de overval op de gevangenis van Leeuwarden. De bevrijdingsactie was vooral gericht op dokter J.A.S.R. Bonga uit Woudsend. Met zijn schoonzuster Truus, zijn collega H.R. Biema uit Woudsend, wachtmeester M. Attema, de bij hem ondergedoken onderwijzer J. Wilbers uit Oudega (W) en vader en zoon D. en S. op de Hoek was hij op 23 februari 1945 gearresteerd. Er ging een schok van schrik door het verzet in Sneek. Dokter Bonga was op verschillende manieren betrokken bij het verzet. Als de Duitsers hem zouden martelen en dwingen informatie over het verzet prijs te geven, zouden nog veel meer betrokken worden opgepakt. Het leven van menigeen stond op het spel. Dokter Bonga besefte dit zelf ook. Hij wilde de kans niet lopen zich aan verhoren bloot te stellen en injecteerde zichzelf met een dodelijk gif. De Duitsers ontdekten dit en gelastten een andere arts onmiddellijk een tegengif toe te dienen. Het gevolg was dat dokter Bonga alleen maar zwaar ziek werd en de eerste paar dagen niet verhoord kon worden. Een andere gevangene was niet opgewassen tegen de mishandelingen en moest informatie prijsgeven die een groot aantal arrestaties tot gevolg had. Voor het Sneker verzet stond vast dat dokter Bonga bevrijd moest worden. Dit was lastig, omdat de veilheidsmaatregelen na de eerste overval waren aangescherpt. Besloten werd bij de tweede overval net zo te werk te gaan als bij de overval op de gevangenis te Leeuwarden. Om herkenning te voorkomen zou de sabotageploeg uit Bolsward de overval in Sneek uitvoeren. Leider was Piet Cnossen, een politieman en een ervaren KP-er (lid van een Knokploeg), maar de hoofdrol was weggelegd voor 'Duitse Peter'. Dit was een voormalig militair, die uit het Duitse leger was gedeserteerd. In Duits uniform brengt ' Duitse Peter' op 6 maart 1945 om een paar minuten over zes uur in de ochtend, samen met de in politie-uniform gestoken Cnossen, een zestal armzalige houtdieven op. Vermoeid en bibberend van kou en ellende duwen ze een handkar met bijlen en een zaag voort. De houtdieven zijn in werkelijkheid leden van de overvalploeg. Nadat de deur voor hen geopend is, stappen 'Duitse Peter' en Cnossen naar binnen, de angstige houtdieven tussen hen in. In snauwerig Duits eist Peter dat er assistentie komt om de gevangenen op te sluiten. Terwijl buiten een dekkingsploeg in angstige spanning afwacht, halen de houtdieven hun wapens uit de handkar en worden binnen de bewakers en de commandant in een cel opgesloten. Vervolgens worden acht gevangenen bevrijd. Op kousenvoeten steken ze het Martiniplein over, naar de HBS aan de Singel, waar weer een veilige schuilplaats is gemaakt. Dokter Bonga en zijn schoonzuster worden verstopt op een adres aan het Grootzand. 

 

Geraadpleegde literatuur 

H. van Amstel en A. Booij, De Waag staat in brand (uitgegeven in opdracht van de Stichting Sneek 1940-1945, met steun van het Old Burger Weeshuis en de gemeente Sneek) Leeuwarden, 1995. 

Herdenkingsdag kraak op politiebureau Sneek 

 

12 Febr. 1945, 's ochtends om 5 uur, werden 21 gevangenen bevrijd uit het politiebureau te Sneek. Gisteren werd door bevrijden en bevrijders een herdenkingsdag gevierd. 's Middags om halfdrie werd een krans gelegd op het graf van Jan Dijkstra, een der oud-K.P.-ers, die aan de bevrijding der gevangenen medewerkte, doch de bevrijding van ons land niet heeft mogen beleven. Bevrijden en bevrijders gingen hierna naar het Politiebureau, waar in den geest nogmaals de bevrijding werd beleefd. Toen werd een bezoek gebracht aan de H.B.S. waar alle 21 bevrijden 14 uur onder de vloer verborgen zaten. Precies dezelfde weg werd gevolgd, die op dien gedenkwaardigen vroegen ochtend één jaar geleden werd gevolgd. 's Avonds werd een gezellige avond gehouden in breeder kring, daar hier ook de "kostbazen en -bazinnen"waren uitgenodigd. Ds. van Dijk van Koudum dankte namens de bevrijdende bevrijders voor alles wat zij voor hen hebben geriskeerd en de kwartiergevers voor hun onbaatzuchtige gastvrijheid. Piet Kramer voerde als leider van de oude K.P. het woord en roemde het werk der illegaliteit in het district Sneek. (Z.W.-hoek) Twee bevrijders, één bevrijder en de conciërge van de H.B.S. vertelden van hun belevenissen voor, tijdens en na den kraak. Den bevrijders werd een portefeuille met inscriptie aangeboden als blijvende herinnering. De wnd. burgemeester van Sneek, de edelachtbare heer Rasterhof, voerde het woord en ook anderen spraken van hun belevenissen op 12 Febr. verleden jaar. Op passende en aangename wijze werd deze 12e Febuari te Sneek herdacht. Het was een dag van herinneringen en gezellig samenzijn.

 

Het verhaal van mijn pake

Veel had ik via mondelinge overlevering al gehoord over de rol die het gezin van schilder de Boer had gespeeld in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens een receptie van pake en beppe herinnert Marijke zich nog dat beppe zwarte Tiny, Tiny Mulder de beroemdste Friese koerierster, aanwees. Als we op het laatst pake Johan en beppe Trijntje wel eens ophaalden uit Thabor dan kon pake onderweg onverwachts met een verhaal beginnen over B19. Dat alles maakte mij nieuwsgierig.  In 2006 werd het boek: "Sneek in de twintigste eeuw" uitgebracht. Eén hoofdstuk ervan, geschreven door Willem O. Santema, handelt over de overvallen. Willem O. Santema heeft pake's aantekeningen verwerkt in zijn verhaal. Het plaatst pake's verhaal in het geheel van de Sneker verzetsgeschiedenis aan het einde van de oorlog.

 

Overval op het politiebureau op Maandag 12 febr. 1945

Des Zondagsmorgens komt "Arie", de leider van de K.P. van Sneek me even aanhouden, en zegt heel zachtjes de simpele woorden: Wij zullen het morgenvroeg probeeren. Wat het probeeren was, beteekende voor mij, houd je morgenvroeg voor alle dingen gereed. Men is dan even vroeger wakker dan gewoonlijk. Om half acht wordt er gebeld driemaal. ( Illegaal) De deur wordt geopendt en de Consierge van de HBS. schuift mij voorbij, smijt de deur dicht en zegt kort en bondig: 

De overval is schitterend gelukt. Prachtig Resultaat: 17 mannen en 3 dames. En nu de Boer zijn ze voor jou rekening. De hoofdman van de K.P. gaat onmiddelijk na het gebeuren naar de centrale, vertelt het gelukken en deelt tevens mede, dat bij de Boer de verdere leiding berust. Dus zoo ook nu. De 20 menschen zaten in één schuilplaats. En dan ben je ineens verplegingsofficier voor 20 man. Nu als een officier zag ik er een kwartier later niet uit. Een niet al te schoone overal aan. Een verfpot in de hand en zoo gaan we naar onze illegale bakker. En koop zonder bon: Brood boter. Voor melk had ik al gezorgd. De vriendlijke kookster maakte zoowaar nog echte Chocolademelk. Ik met de eerste bezending naar mijn "kindertjes". Mijn weg kwam voorbij het Distributiekantoor. Een van de Distributieambtenaren een Kennis houdt me staande.  Zeg moet je hooren: Ze hebben vannacht het politiebureau leeggehaald, 36 eruit gehaald. Ik zeg o,jaaa ? met zulk een prachtige kraaigeluid dat ik er zelf van schrok.  Na nog wat gepraat kon ik me losmaken. En kom bij het gebouw waar de ex-gevangenen zaten.  Nieuwe strop. Er waren menschen in de tuin aan 't werk. Voor mij moeilijker. Dus voor de veiligheid van de 20 menschen beter. Je zocht toch geen vluchtelingen waar werkvolk was. In overleg met de consierge werd het eten en drinken nu in een kastje gedeponeerd. De consierge zorgde nu voor de rest. Je schrijft dit nu alles zoo maar op zonder bevreesd behoeven te zijn. Toen moest je uiterst bedachtzaam te werk gaan. Ik had toch de verantwoordelijkheid van 20 personen, die met levensgevaar uit Duitsche handen gehaald was. Er was controle. De grünen hadden een lijst met namen van de verlosten bij zich. Wat is men dan innig dankbaar mee te kunnen helpen, een spaak in het Duitsche wiel te steken. We hadden het praatje rond gestrooid, dat de menschen direct uit Sneek gegaan waren. Om 12 uur kwam "Dries" van de centrale, om te praten voor de avond. Want dan moesten de menschen verder. Toen kosthuizen zoeken. Dit met uiterste zorg geschieden. Om 3 uur waren we klaar, en besloten kwart voor 7 van huis te gaan. Wij kwam overeen zoo weinig mogelijk menschen te nemen hiervoor. Dus krijgen wij: 1 Dries, 2 Zondervan, 3 Hinke (mijn dochter) 4 Ondergeteekende. 's Middags 4 uur kreeg ik contact met de 20. Toen het luik openkwam sloeg de warme bedwelmende lucht je tegemoet. Ik vertelde hun dat ze 7 uur reisvaardig moesten zijn, en wenschte hun tot straks. Half zeven waren we al aan boterham eten, (Dries was onze gast) en toen er op los. Wij hadden voor het welslagen de hulp van de Almachtige God gevraagd. En aldus gesterkt naar de school. Dries had een stukkene klomp, die met iedere stap die hij deed een krakend geluid maakte. Gek dat je dit zoo bij blijft. De deuren stonden bij 't gebouw al los. De consierge op zijn post (hulde aan deze groote man). Zondervan en Hinke blijven bij de deur. De Consierge, Dries en B. 19 gaan langs kronkelwegen, om banken, tusschen banken door lokaal in lokaal uit eindelijk waar we wezen moeten. Het luik er voor weg en daar komen ze aangekropen, alle 20. Een pakt me beet en fluistert, heb je ook tabak meegebracht.  Bijna forch: Kopdicht vent, gaat hier om menschenlevens. Wij maakten nu uit met wie ze gingen. 2 Sneeker meisjes werd hun kosthuis gezegd. Die moesten zich zelf redden. De 2 Sneeker mannen kregen elk een "vreemdeling" mee. Dries kreeg 6.  En wij de rest. Zachtjesaan nu opstappen. Het weer werkte schitterend mee. Het was stikdonker. Eindelijk hadden wij de voordeur. Doch toen moesten we ongemerkt op straat. Ik was de achterste dus kan niet vertellen hoe dit ging. Wel had ik nog even een geweldige schrik. Want ik zou minstens 2 wegbrengen. En er was nog slechts 1 meer.  Ik terug. "Is hier nog iemand". Geen antwoord. Intusschen was het 20 voor acht. Dus gaan. Om 10 voor 8 kwam de oplossing. Wij zeiden zooeven al dat het stikdonker was. Nu was Dries met 6 man naar 't Sperkhem gegaan. Maar toen hij de zesde man had afgeleverd stonden er zoowaar noch 2. Tijd om terug te keeren was er niet meer. Dus Dries gauw noch een contact en klaar. Des andere daags komt "Maaike" met 20 bonkaarten. De overal komt weer aan en de distributie geschied vlot. Helaas mochten alle 20 hun vrijheid niet behouden. Bij een onverwachte razia werd vriend Dokkum van Koudum naar zijn P.B. gevraagd en meegenomen. Gelukkig werd hij voor onvluchte spitter aangezien. Met behulp van de Koeriersters zijn ze binnen eenige dagen uit Sneek gebracht. Een mooi stuk werk is dit geweest. Bijzonder onderscheiden hebben zich de K.P. in 't algemeen. En de Heer Bijlsma consierge van de R.H.B.S.

Dossier B. 19

Overval op het Politiebureau op 6 maart 1945. De overval geschiedde toen het begon te lichten. Dezelfde Heer Bijlsma kwam weer met precies dezelfde opmerking: De overval is gelukt. Resultaat 5 personen. 2 waren direct ondergebracht. Voor 3 moest ondergeteekende weer zorgen. Dit kleine getal konden wij met ons beidjes wel doen. Mijn dochter en ik. Doch wij hadden nu een grote moeilijkheid. 't Was nog licht. Hinke die om eventueel misloopen Sijke werd genoemd zou voorop. Doch telkens waren menschen voor de deur waar wij door moesten. Eindelijk pakte "Sijke" krampachtig haar heer in de arm daar gingen ze. Toen wij de andere kant op. De rest als voren.  Heldenfeiten. Ja, men schrijft het nu zoo gewoon. Denkt u zich de toestand van toen in. Altijd loerende Grünen. En niet te vergeten" onze beste landgenoten" die zich toen ware vaderlanders noemden. Daartegen hebben de jongens van de K.P. gevochten. Menschen ik heb het de laatste jaren van nabij gezien. 


Helden zijn het. 

Heldinnen ook hun koeriersters. 

Hulde aan deze menschen. 

Wij mogen ze nooit vergeten.

Sneek Juni 1945 J de Boer ( B.19.)  Bron Teksten met toestemming van Johan de Boer geplaatst 10-03-2019.