Vijf lotgenoten

vijf lotgenoten

Lotgenoten

Vijf lotgenoten in het Huis van Bewaring van Leeuwarden. Vijf vrouwen in een cel opgesloten die ze moesten delen van 4 januari 1945 tot 20 februari 1945. Hun ervaring is in tekening en tekst beschreven in een boekje. 

Onder van links naar rechts: Griet Zadel; werkzaam op secretariaat gemeentehuis, E. Molenaar; werkzaam op secretariaat gemeentehuis, Rie van Leeuwen; apothekersassistente.  

Boven van links naar rechts: Bep Posthuma; apothekersassistente / tekenares boekje. Tini de Roos; werkzaam op secretariaat gemeentehuis.  Weet u meer over deze vrouwen, contact ons.


Herinnering

Een illustratie van het leven in een cel met vijf vrouwen. Dit boekje is in het bezit van Stichting Blokhuispoort en is aangeboden door de heer J. v. Leeuwen, broer van Rie.

 


Lotgenoot "Rie van Leeuwen"

Rie was van beroep apothekersassistente en werkzaam bij apotheek Cath op de Nieuwstad te Leeuwarden. Apotheek Cath was een multifunctionele apotheek. Voor in de apotheek werden de recepten verwerkt en patiënten te woord gestaan. De ruimte achter de apotheek had een grossier functie waar bevoorrading werd klaargemaakt en bezorgd naar overige apotheken in de omgeving. Op deze afdeling werkte Rie’s collega de heer Dantzig (voornaam onbekend) een neef van oud apotheker Dantzig van de Centraal apotheek aan de Voorstreek die zodoende met de handelingen in een apotheek op de hoogte was.  In oorlogstijd luisterde Dantzig stiekem naar Engelse radiozenders en noteerde berichten die voor het Fries verzet van groot belang kon zijn. Om te zorgen dat het bericht zonder enige verdachte handeling bij het verzet terecht zou komen schreef hij het bericht op een poederpapertje. Vervolgens kwam het in een medicijndoosje dat werd klaargelegd om te worden opgehaald door de “patiënt”. Zo kwam het bericht uiteindelijk terecht bij het verzet.  Helaas werd het illegale berichtenverkeer verraden en verscheen de Sicherheits Dienst in apotheek Cath om Dantzig op te halen voor verhoor. Rie, die op dat moment in de apotheek aanwezig was, liep “rustig” naar achteren om hem te waarschuwen en met een: “ze komen je halen, je moet maken dat je weg komt” kon hij via de daken ontsnappen. Uit wraak voor deze ontsnapping werd de vriendin van Danzig, ook een apothekersassistente en vriendin van Rie, opgepakt en naar Duitsland vervoerd. In plaats van Danzig werden de apotheker mevr. Cath-Douma en Rie door de Sicherheits Dienst meegenomen en opgesloten in het Huis van Bewaring van Leeuwarden. In het Huis van Bewaring deelde Rie haar cel met vier vrouwen. Samen met deze lotgenoten zat Rie van 4 januari 1945 tot 20 februari 1945 gevangen. Hun ervaring is in tekening en tekst beschreven in het boekje. 

Bron: de heer J. v. Leeuwen, broer van Rie.


De arrestatie van secretariepersoneel

Drie dagen lang kon men denken dat er een einde was gekomen aan de arrestatie van secretariepersoneel, maar toen volgde een nieuwe golf.  Op 3 januari werden gearresteerd: Hinne Krolis, Andries R. Andringa, Catharina M. Molenaar, Trijntje de Roos en Grietje Zadel, allen werkzaam op de secretariaat. De 51-jarige Krolis was contactman voor het NSF. Vrijwel het hele personeel droeg een percentage van zijn salaris af aan het verzet. De drie hiervoor genoemde vrouwen inden het op de betaaldagen, elk op haar eigen afdeling, en droegen het af aan Krolis. Waarschijnlijk hebben de eerder gevangen personeelsleden ook deze vijf namen genoemd en daarbij verteld dat Krolis de grote man was van de actie. Er zijn sterke aanwijzingen dat Krolis uit harder hout was gesneden dan de voor hem gearresteerden en weigerde namen van het NSF te noemen, ondanks zware mishandelingen. Ook het lot dat hij drie weken later onderging wijst in deze richting. Zijn medewerksters hadden het voordeel van haar sexe en ook het feit dat zij in Duitse ogen maar weinig kwaad hadden aangericht. De een na de ander werd in de loop van februari vrijgelaten, Catharina Molenaar het laatst. Zij was de oudste en lichamelijk gebrekkig, maar haar mond wist ze terdege te roeren. Het is wellicht aan de felheid van haar verweer te wijten, dat zij het langst werd vastgehouden. De 58-jarige Andringa was de man die het gemeentepersoneel vrijwel dagelijks voorzag van berichten: korte getypte notities over het oorlogs- gebeuren, opgevangen van de Britse radio. Ze werden opgesteld door A. van Dantzig, die bij zijn oom, dr. S.W. van Dantzig in de kost was, terwijl zijn verloofde, B. B. Posthuma, daar werkte als apothekersassistente. Zij reikte aan de 'klanten' van haar oom, die een codewoord gebruikten, de in doosjes verpakte afschriften uit. Zelf werkte A. R. van Dantzig, ook apothekersassistent, bij de Chininefabriek, die was gevestigd achter de apotheek van S. G. Cath. Daar werden de berichten nogmaals vermenigvuldigd door Maria van Leeuwen, maar dat wist Andringa niet Natuurlijk wilde de SD weten waar die berichten vandaan kwamen. Getypte stukken wezen niet op een groot complot, maar men kon nooit weten. Andringa zweeg; daarom werden alle mishandelingen die de SD in zijn rijke voorraadkamer had op hem toegepast. Maar deze vocht terug, op een bepaald moment zelfs letterlijk. Tijdens een lange 'kuur' onder de waterstraal vloog hij de leider van zijn beulen, de rexist Opdebeeck, aan en bewerkte hem met een op de grond liggende natte dweil. Op dat moment maakte hij zijn zaak alleen maar erger, doch deze bevlieging heeft op Opdebeeck toch indruk gemaakt en is Andringa ten goede gekomen, zoals nog zal blijken. Deze hield echter zijn verzet niet vol en noemde tenslotte de naam A. R. van Dantzig, waarna de SD zich haastte een nieuw slachtoffer te maken. Ze vonden hem echter niet thuis en knarsetandend namen ze zijn oom en zijn verloofde mee. Niet lang daarna kwam de SD in de apotheek van Cath vragen naar Van Dantzig. Maria van Leeuwen begreep dat er onraad was en verwijderde zich om de gezochte te waarschuwen. Toen ze terug kwam vroegen de SD-ers wat ze gedaan had. 'Ik ben naar boven gegaan om te zeggen dat er bezoek was voor Van Dantzig, maar het schijnt dat hij er niet is', antwoordde zij beheerst. Inderdaad vond de SD hem niet; hij was door een weinig gebruikte zijdeur naar de woning van Cath gevlucht, die hem binnenliet en snel in een schuilplaats stopte. In zijn plaats werden Cath en Maria van Leeuwen meegenomen. Dat gaf Van Dantzig de kans om de benen te nemen en onder te duiken. Net op tijd, want direct daarna keerde de SD terug, doorzocht alles grondig en vond zelfs de schuilplaats! Leeg, maar er stond nog een toiletemmer die kort tevoren gebruikt moest zijn. Dat kostte ook mevrouw Cath de vrijheid. Dr. van Dantzig en het echtpaar Cath werden spoedig weer vrijgelaten voor juffrouw Van Leeuwen duurde de gevangenschap tot eind februari. Om de voortvluchtige Van Dantzig te treffen, werd zijn verloofde, juffrouw Posthuma, door de S D naar Duitsland afgevoerd, vanwaar ze pas na de bevrijding terugkeerde. Bron: boek, Bezettingstijd in Nederland P. Wijmenga. 


Aldert Reinier van Dantzig

Verslag van het illegale werk dat de heer van Dantzig verrichte in Apotheek Cath aan de Nieuwstad te Leeuwarden.

Bron: M.Zijlstra