Van Penitentiaire Inrichtingswerker naar Werkmeester vakarbeid boekbinder.
Dit verslag gaat over een P.I.W.er die voor een periode van drie maanden de plaats opvult van werkmeester vakarbeid boekbinder. De locatie is: Penitentiaire Inrichting "De Marwei", Leeuwarden. De P.I.W.er komt van de locatie: Huis van Bewaring, "DeBlokhuisPoort", Leeuwarden.
De eerste dag,
Om 13.00 uur melden bij de portier van de "PI Marwei", hier werd ik met nog drie collega’s verwacht en opgehaald naar het kantoor van hoofdarbeid. Ik wist niet op welke werkplaats ik te werk werd gesteld. Na een inleidend gesprek konden wij uit vier plaatsen kiezen. Wij konden kiezen uit de plaatsen: bode - chauffeur, wasserij, montage en de boekbinderij. Ik gaf de voorkeur aan de boekbinderij. Deze keuze heb ik genomen omdat mijn interesse uit gaat naar het werken met papier en grafisch werk.
Zo kwam ik op de boekbinderij terecht en de werkmeester van daar stelde zich voor. Na een aantal uren kreeg ik al een vertrouwd beeld van de werkmeester (collega). Deze man werkt acht jaar bij de Marwei en heeft de werkplek het magazijn verruild naar de boekbinderij. Hij werkt nu zo’n twee jaar op de boekbinderij en hij heeft de nodige vakkennis aangeleerd.
De werkzaal wordt bemand door twee werkmeesters die het overzicht moeten houden op groepen gedetineerden. De boekbinderij geeft plaats voor twintig gedetineerden. In het ochtenddeel zijn er tien gedetineerden en het middagdeel zijn er ook tien gedetineerden. Er zijn twee groepen gedetineerden, nl. de kortgestraften en de langgestraften. Als de kortgestraften het middagdeel hebben dan komen zij ook de volgende ochtend. De twee groepen werken twee delen achter elkaar.
Wat is nu de taak van de werkmeester?
Ik had natuurlijk al een voorstelling van de werkmeester zijn. Ik ben in het jaar 1980 bij Justitie gekomen en ik heb een ruime ervaring. Werkmeester spelen is een fluitje van een cent, de gedetineerden een beetje in de gaten houden. Zorgen dat het product (orders van klanten) netjes wordt afgeleverd en koffiedrinken. Ja, ja, ik geloofde in sprookjes. Na een aantal dagen kreeg ik een ander kijk op het werkmeester zijn. Er waren meer factoren dan de gedetineerden in de gaten houden en koffiedrinken.
Ik zal een schets maken wat er allemaal op mij af komt als P.I.W.er die zonder gedegen vakopleiding een werkplaats als de boekbinderij moet runnen.
Een gemiddelde dagindeling.
Om 07.50 aanwezig zijn op de werkzaal om voorbereidingen te treffen. Deze voorbereidingen bestaan uit de koffie zetten voor de gedetineerden, machines aanzetten, gereedschap klaar leggen en zorgen dat de gedetineerden hun werk kunnen gaan doen. Om 08.10 uur komen de eerste gedetineerden op de werkzaal. Het kan voorkomen dat er nieuwe gedetineerde bijkomen en dan moet je deze mensen opvangen en een intakegesprek geven. Als de koffie om 08.30 uur op is moet er arbeid worden verricht en ga je de gedetineerden aansporen om aan de arbeid te gaan.
Meestal gaan de gedetineerden vanzelf aan de slag. Mijn taak is om toezicht te houden op de productie en kwaliteit van het product wat afgeleverd moet worden. Tevens heb ik de taak om de veiligheid van de gedetineerden te bewaren. Gaan ze goed met de machines om, wordt er wel veilig gewerkt. Ook heb ik een toezichthoudende taak op de onderlinge verstandhouding. Het komt weleens voor dat twee gedetineerden elkaar niet goed liggen en dan moet je deze mannen niet bij elkaar laten werken.
Zo heb je ook gedetineerden die niet vooruit te branden zijn en dan moet je maar zien hoe je dit aanpakt om deze mannen toch gemotiveerd te maken. In een Huis van Bewaring is werken niet verplicht en dan is het makkelijker om de gedetineerden de toegang van de werkzaal te ontzeggen. In een gevangenis is men verplicht te werken en dan probeer je alles om deze gedetineerde te motiveren om te werken.
Om 10.00 uur is er koffiepauze, in deze pauze wordt er het ochtenddeel besproken.
De nieuwe orders worden voorbereid en uitgewerkt. Meestal lopen er drie of vier orders tegelijk en dat is vaak ingewikkeld. Er komen regelmatig kleine spoedopdrachten en die moeten er dan tussendoor. Dat betekent wel dat de machines om moeten worden gesteld. Hier heb ik geen kaas van gegeten en moet de collega inspringen. Dit betekent wel dat zijn werk op dat moment stil komt te liggen. Het inwerken van een nieuwe collega vergt veel energie en zo wordt mijn collega extra belast. Om het half uur moet je bij elke gedetineerde even langs om te zien dat zijn werkzaamheden wel goed verlopen.
Vaak moet er gecorrigeerd worden, het maakt de meeste gedetineerden niet uit of het eindproduct nu perfect is of met enige fouten. Een groot deel van je tijd gaat verloren met controleren. Met de regelmaat van de klok gaat de telefoon. Meestal zoekt men een collega van een ander werkzaal en denkt dan dat die persoon bij ons op de binderij is. Negen van de tien keer is deze persoon niet aanwezig en dan worden deze telefoontjes wel irritant. Ook heb je te maken met de klant of leverancier van de producten die er worden gemaakt. Deze gesprekken kunnen over alles gaan, de kwaliteit van het product tot het afkeuren van een geleverde zending.
Als het dan 11.15 uur wordt, moet je al gaan denken aan het innemen van het gereedschap. Dit gereedschap bestaat uit scharen, stanleymessen, vouwbeentjes en snijmessen. Ik heb in deze periode meegemaakt dat er een stanleymes was verdwenen en dat was natuurlijk niet best. De gehele werkzaal werd onderzocht en de gedetineerden gevisiteerd. Het mes werd later gelukkig teruggevonden bij een gedetineerde op cel. Na dit incident werden de veiligheidsmaatregelen aangescherpt en zo doende moeten alle uitgegeven gereedschappen weer worden ingenomen.
Om 11.30 uur is het einde werktijd voor de gedetineerden. Deze gedetineerden gaan in groepen (per werkzaal) terug naar de afdeling onder begeleiding van de werkmeesters. Je loopt dan met je collega mee met de groep gedetineerden en begeleid deze dan tot de afdeling. Het laatste half uurtje heb je tijd voor het klaarzetten van nieuwe orders of het bijvullen van de voorraad. Om 1200 uur is het dan even drie kwartier uitblazen. Tijd voor een kop soep in de kantine of een wandeling buiten de gevangenis.
Om 12.45 uur weer aan het werk, koffiezetten voor de gedetineerden en de machines aanzetten en voor ons zelf een bakje koffiezetten. Even na 13.00 uur komen de eerste gedetineerden weer aanzetten. Het proces begint weer van voren af aan. De mensen weer aan het werk zetten, controleren, begeleiden, gereedschap uitgeven, een praatje maken, telefoon, nieuwe orders, nieuwe gedetineerden inwerken, enz.
In de middag wordt de administratie bijgehouden, dit bestaat uit: de loonbriefjes uitschrijven en afleveringsbonnen uitschrijven voor de magazijnmeester. Als er een order klaar is moet de magazijnbeheerder worden gebeld zodat hij de order kan ophalen en versturen. Dit alles moet er even tussendoor worden gedaan. Regelmatig word je afgeleid, de machine loopt niet goed, de telefoon gaat, er komt een collega je wat vragen, een gedetineerde vraagt aandacht, enz. Je komt af en toe handen, ogen en oren te kort. Als je dit niet kunt verdelen wordt je stapelgek.
Dan is het 15.00 uur, theetijd. Een half uur om even uit te blazen. Om 15.30 uur weer aan de arbeid.
Ik ga dan assisteren bij de productie, even tussen de gedetineerden staan. Ik werk dan mee en maak dan een praatje met de gedetineerden. Zo houd ik dan contact met de groep en kan tegelijk het product controleren. Om 16.15 uur is het weer gereedschap innemen, de werkzaal schoon laten maken, rommel op ruimen en de werkzaamheden afbouwen. Als het dan 16.30 uur is gaan de gedetineerde weer naar de woonafdeling.
Ik begeleid deze groep dan naar de woonafdeling en ga terug naar de werkzaal om de machines uit te zetten en het werk te controleren. Verder kijk ik dat de sigaretten niet brandend achter worden gelaten. Als alles oké is, pakken wij onze spullen en maken ons op voor de terugkeer naar huis. De lichten uit, kranen dicht, dakluiken dicht, afzuig installatie uit, koffiezetapparaten uit, kantoorruimte op slot, de lichten van de werkzaal uit en dan de deur van de werkzaal op slot. De werkmeesters van de Marwei verlaten de werkzalen en wij lopen door de lange gangen naar de vrijheid. Weer een drukke dag voorbij.
Mijn ervaringen met het bedrijf “arbeid” Marwei.
Ik ervaar een grote werkdruk, gelet op het plannen van werkvoorbereiding en onderlinge communicatie. Dit heeft natuurlijk een oorzaak en ik zal dit proberen te omschrijven wat mijn bevindingen hierover zijn. Ik vind dat de werkmeester een duizendpoot moet zijn, werk voorbereiden, kwaliteitscontrole en begeleiden en bejegenen van gedetineerden. De veiligheid in de gaten houden en de werksfeer met gedetineerden maar ook met collega’s.
Ik bemerk dat er veel ziektedagen zijn onder de werkmeesters en er is geen vervanging voor zieke werkmeesters. Dit houdt in dat de collega die dan een werkzaal in zijn eentje draaiende moet houden erg belast wordt. De gevolgen weet eenieder, deze man raakt overbelast en raakt dan ook in de stress. De communicatie onderling vind ik onvoldoende en dat schept verwarringen. Vaak kom ik nieuwe orders tegen zonder een begeleidend schrijven.
Grote orders die verdeeld worden over meerdere werkzalen, wie doet wat en wat als er een tekort ontstaat aan grondstoffen. Ik ervaar dat iedere werkzaal voor zijn eigen zorgt en ik mis het samen spel van de arbeid. Ik moet wel zeggen als je een collega van een andere werkzaal iets vraagt hij altijd bereid is om je te helpen.
Een voorbeeld:
Een grote order komt bijna stil te liggen, de voorraad raakt op en kan niet zo snel worden aangevuld. Dit had een oorzaak van vele factoren. Ziekte van een werkmeester, dringende orders die ertussendoor kwamen, niet op tijd reagerend naar de andere werkzaal, (waar deze order ook is) chef van de werkplaats was in opleiding voor een computerprogramma, tevens zeer kort in deze functie, vervanger niet op de hoogte gesteld, ik twee weken naar een opfriscursus. Een opeenstapeling van storende factoren. Wat tevens speelt is een grote reorganisatie van de binderij en de drukkerij die naast ons ligt en dat geeft ook de nodige druk.
Het samen spel mis ik, Ik bemerk dat er een aantal collega’s overbelast zijn. Er zijn twee collega’s die belast zijn met de eindverantwoording van de boekbinderij, drukkerij en het grafisch bedrijf. Deze mensen houden de calculatie en de bevoorrading van nieuwe orders bij. Dit is al een gigantische klus omdat deze twee mensen op tijdelijk basis deze functie vervullen. Hier komt nog bij als er ziekte is op een van deze werkzalen zij zelf moeten bijspringen om het draaiende te houden. Wat gebeurt er dan, er blijft werk liggen, er komen irritaties, men gaat elkaar de schuld geven en dan is er geen overleg meer de samenwerking is verstoord.
Een ander voorbeeld.
Ik kom na het weekend op de werkzaal en bemerk dat mijn collega ziek is. Er is geen vervanging, als een P.I.W.er ziek is wordt er meteen voor vervanging gezorgd. Dit wordt door middel van overuren of reserve uren opgelost. Bij de arbeid is dit niet het geval. Men draait op minimale sterkte, bij verlof of ziekte komt het aan op de man die dan achter blijft. Het enige wat je dan kunt doen is een aantal gedetineerden binnenhouden. Dit houdt dan wel in dat de productie op halve kracht draait en je komt dan achterop met de afleveringsdatum. Wil je dit toch halen dan moet je zelf een stap harder werken en alles op alles zetten en maar hopen dat de gedetineerden mee willen werken.
Er komt dan meer druk op de toch al drukke job dan werkmeester. Ik ben nu zes weken als werkmeester boekbinderij aan het werk en ik heb enige kennis opgedaan als begeleider van een groep gedetineerden op de boekbinderij. Ik kan u wel zeggen dat ik lang nog niet die kennis heb om alleen een groep gedetineerden aan het werk te houden. Ik heb de kennis van het instellen van het machinepark niet onder de knie en dat geeft de nodige problemen. Gelukkig kan ik terugvallen op mijn chef die mijn zieke collega vervangt. Maar ja, wie doet zijn werk dan?????????????????
En ga zo maar door. Het ene probleem na het andere. O ja, daar kwam ook nog bij dat beide magazijnmeesters ziek werden, de bode twee dagen op verlof was. Maar de druk van het afleveren van de orders bleef. Daarbij heb je ook nog te maken met gedrag gestoorde gedetineerden, agressieve gedetineerden en ik weet niet wat nog meer van vreemde zaken. O ja ook moet je nog buitenlandse talen spreken. Ik ben hier niet zo in bedreven en dat geeft ook nog weleens de nodige problemen. Converseren in een vreemde taal vind ik moeilijk en dat komt de relatie van werkmeester en gedetineerde niet ten goede. Meestal is er wel een gedetineerde die dan een vreemde taal spreekt en hij kan dan functioneren als vertaler. Maar zo maar een praatje maken, met een gedetineerde die ik toch niet kan verstaan, zal ik niet snel doen.
Op de dag dat ik dit verslag uitwerk wordt het hoofdarbeid door ziekte getroffen. Ook had mijn directe chef een vrije middag en mijn andere chef had een A.T.V. dag. Mijn collega van de binderij was ook nog steeds ziek en daar stond ik dan als P.I.W. er de rol in te vullen van boekbinder. Ik had nu geen een om op terug te vallen en ik was blij dat ik een pieper (alarm melder) bij mij droeg in geval van nood. Bij overmaat van ramp ging de sealmachine kapot maar wist deze samen met een gedetineerde te repareren.
Ik moest even terugdenken aan die rustige job als P.I.W.er in het Huis van Bewaring.